Wat is de betekenis van Maagdenburg?

2024-04-18
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

Maagdenburg

(1912) (Haarlem, schol.) bijnaam van de Kweekschool voor meisjes. • De school schijnt algemeen „het hok" genoemd te worden. Een instituut te Zwolle heette vroeger „de keet. De Haarlemsche Kweekschool voor meisjes; Maagdenburg. (De Preanger-bode, 10/08/1912)

2024-04-18
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

Maagdenburg

Maagdenburg - Eigennaam 1. (toponiem) hoofdstad van de Duitse deelstaat Saksen-Anhalt Woordherkomst samenstelling van maagd en burg met het invoegsel -en- Synoniemen Magdeburg

2024-04-18
De grote encyclopedie van het antiek

Jan Durdik en anderen (1970)

Maagdenburg

(Saksen-Anhalt. Du.), faieneemanufactuur in 1754 gesticht door Johann Philipp Guichard. Produceerde tot 1789 geglazuurd aardewerk in Engelse stijl. De decoratie bestaat uit onder meer deutsche Blumen en Watteau-taferelen in hoogvuurkleuren. In de beginperiode werd veel faience gemaakt met opengewerkte vlechtwerkranden in de stijl van Hannoversch-M&...

2024-04-18
Kunstgeschiedenis

Amsterdam Boek (1959)

Maagdenburg

Stad in Duitsland met gotische dom uit het begin van de 13de eeuw, zie gotiek – Staufische bouwkunst – Nedersaksen; zie gotiek – bouwkunst – Cisterciënser orde; zie gotiek – bouwkunst – Duitsland.

2024-04-18
De Kleine Winkler Prins

Winkler Prins (1949)

Maagdenburg

(Magdeburg), hoofdstad van de Pruisische prov. Saksen, aan de Elbe. 334.000 inw. (1939). Industrie van machines, locomotieven, suiker. Suikerhandel. Beroemde dom (1207-1520). Oude Hanzestad.

2024-04-18
Encyclopedie voor Iedereen

John Kooy (1933)

Maagdenburg

hoofdst. v/d Pruis. prov. Saksen a/d Elbe, 300 000 inw., ijzer-, staal-, machine-, scheepsindustrie, nijverheid; aartsbisdom (sinds 908). M. werd 1631 door → Tilly verwoest.

2024-04-18
Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Maagdenburg

Hoofdstad van de Pruis. prov. Saksen, met ruim 300.000 inw. (79,6% Prot. en 4,7 % Kath.). Doorgunstige ligging aan den N. rand van de Duitsche Middelgebergten en aan den linkeroever van den middenloop der Elbe, ontwikkelde M. zich vroeg tot een flinke handels- en industriestad (Hanzestad). Knooppunt van spoorwegen. Overlaadhaven, o.a. van kolen, pe...

2024-04-18
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

Maagdenburg

('ma:gdən) Dui. Magdeburg [msch. burg van Venus\ stad in Duitsland 309.000 inw. IJzerindustrie.

Wil je toegang tot alle 14 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-18
Christelijke encyclopedie

F.W. Grosheide (1926)

Maagdenburg

Reeds tijdens Karel den Groote wordt Maagdenburg als koopstad genoemd. Keizer Otto I stichtte er in 937 een Benedictijner klooster. Hij verhief de stad tot zetel van een aartsbisschop. In de dagen der Reformatie vond de nieuwe leer er ingang. Toen de inwoners het Interim verwierpen, werden zij in den ban gedaan en op 16 September 1550 tot 1551 wer...