Maag
I. m. en v. (magen), bloedverwant: hij heeft vriend noch maag; — (coll.) man en maag te hulp roepen. II. v. (magen), zakvormige verwijding van het spijsverteringskanaal tussen de slokdarm en de dunne darm, waarin de spijzen een tijdlang worden opgehouden en door de inwerking van het maagsap ten dele omgezet: in de maag werden nog spijsresten...