Wat is de betekenis van Lustig, jacob wilhelm?

2024-04-25
Nieuwe Groninger Encyclopedie

P. Brood, A.H. Huussen en J. van der Kooi (1999)

Lustig, jacob wilhelm

(Hamburg 1706 - Groningen 1796) Organist, componist, muziektheoreticus en vertaler van diverse boeken (o.a. op muziekgebied). In Hamburg was hij leerling van Mattheson en Telemann. Van 1728 tot zijn dood was hij organist van de Martinikerk te Groningen. Ook was hij bij de keuring van diverse orgels betrokken, o.a. van A.A. Hinsz, met wie hij een go...

2024-04-25
Muziekencyclopedie

S. van Ameringen (1962)

Lustig, Jacob Wilhelm

(Hamburg 1706-Groningen 1796), Nederlands organist en componist, was organist aan de St.Martinikerk in Groningen. Hij vertaalde o.m. het reisdagboek van Burney (1786), Quantz’ Flötenschule en Marpurgs Anleiting zum Klavierspiel (1754). Hij componeerde 12 sonates voor klavier en liederen.

2024-04-25
NBW

Redactie P.C. Molhuysen en PJ. Blok (1914)

Lustig, jacob wilhelm

LUSTIG (Jacob Wilhelm), geb. te Hamburg 21 Sept. 1706, overl. te Groningen 17 Mei 1796, gehuwd met Anna Reekers, kreeg het eerste muziekonderwijs, bijzonder in orgelspel van zijn vader, die organist en ‘Kirchenschreiber’ van de St. Michaeliskerkwas, en wien hij, niet ouder dan 11 jaar, reeds verving. Eerst werkzaam bij de hollandsche ge...