Wat is de betekenis van luster?

2024-04-25
Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

luster

hangende luchter. hangende lamp met verschillende armen die aan het uiteinde zijn voorzien van een kaars of lamp, vaak decoratief van ontwerp en doorgaans van een redelijke tot grote omvang; hangende luchter; kroonluchter. Voorbeelden: Goedmoediger is de sterfkamer van een fictieve Oostenrijkse componist die Bijl bedacht voor een Wee...

2024-04-25
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

luster

luster - Zelfstandignaamwoord 1. hangende luchter, kroonkandelaar Woordherkomst afgeleid van het Frans lustre

2024-04-25
Typisch Vlaams woordenboek

Ludo Permentier en Rik Schutz (2015)

luster

kroonluchter (informeel) Ooit hebben we samen een hotelkamer vernield. Toen ik Klaartje in haar ondergoed van de gordijnen naar de kristallen luster zag springen, voelde ik mij even volmaakt gelukkig. (Annelies Verbeke, Slaap!) Belgisch-Nederlandse Standaardtaal Gangbaarheid: 3 Vlaamsheid: 5

2024-04-25
ABC van de kunst

Douwe Brongers & Désirée Raemaekers (2004)

Luster

Metaalglazuur dat siervoorwerpen van keramiek of glas een parelmoerachtige glans geeft. Ontwikkeld in het Midden-Oosten in de 9de eeuw, door Arabieren in Spanje geïntroduceerd en van daaruit in de rest van Europa. Het lustereffect wordt bereikt door het voorwerp bloot te stellen aan metaaloxidedampen en zuren of door het te voorzien van een laag ge...

2024-04-25
Vlaams-Nederlands woordenboek

Peter Bakema (2003)

luster

(de, -s) hangende luchter, hanglamp. Het casino maakt indruk op de toeristen met de enorme luster, de stoomtreinen van Paul Delvaux, het fresco van Keith Haring en het werk van Magritte. - LN, 27-07-2002.

2024-04-25
Woordenboek vreemde woorden

A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)

Luster

[Fr. lustre, van Lat. lustrare = zoenoffer brengen, reinigen, helder maken, verlichten; vgl. Ned. luister] luchter in vorm van hangende kroon.

2024-04-25
Vreemd Nederlands

Jan Meulendijks (1993)

Luster

hangende luchter; zie lustre

2024-04-25
Encyclopedie voor Zelfstudie

drs. L.A. Beeloo (1981)

Luster

1. kroonluchter, veelarmige kandelaar; 2. halfwollen, glanzende stof, voor kleren, schorten of voering te gebruiken.

Wil je toegang tot alle 20 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-25
Zuidnederlands Woordenboek

Walter De Clerck (1981)

luster

(Hangende) luchter (met verschillende armen) ter verlichting van versch. woonruimten enz.: kroon(luchter), kroonlamp, lichtkroon; ook: armluchter, kroonkandelaar enz. Te koop: wandkast in palisander en moderne luster aan spotprijs, Boom 3/12/1976. Marva, die nog altijd hard werkt, terwijl haar man ..., zakenman met een groothandel in luster...