lusten
lusten - Werkwoord 1. trek in hebben ♢ Ik zou best wel een ijsje lusten. 2. lekker vinden ♢ Lust jij spruitjes? lusten - Zelfstandignaamwoord 1. meervoud van het zelfstandig naamwoord lust
Wiktionary (2019)
lusten - Werkwoord 1. trek in hebben ♢ Ik zou best wel een ijsje lusten. 2. lekker vinden ♢ Lust jij spruitjes? lusten - Zelfstandignaamwoord 1. meervoud van het zelfstandig naamwoord lust
Muiswerk Educatief (2017)
lusten - regelmatig werkwoord uitspraak: lus-ten 1. het willen eten of drinken ♢ ik lust graag spruiten Regelmatig werkwoord: lus-ten ik lust jij/u lust hij...
Marc de Coster (1998)
iemand - met iemand wel een gevecht aandurven. Vaak met het bijwoord rauw.Bargoense uitdr. die al voorkomt bij Koster Henke: ik lus hem wel‘ik wil met hem vechten; ik durf hem aan’. Ook in de uitdaging ik luster wel tien zoals jij!Letterlijk bet. het ‘trek hebben in iemand’.
Fa. A.J. Osinga (1952)
v., lêste, meije; iets niet —, earne neat om jaen, earne gjin maet fan wêze, earne gjin bek op sette wolle; het graag —, der net yn spuije; zoveel van iets eten dat men het niet meer lust, jin earne út ite.
Van Dale Uitgevers (1950)
(lustte, heeft gelust), 1. zin ofwel genoegen, pleizier hebben in, believen : het lust mij niet dat te doen; hij doet wat hem lust', 2. begeerlijk zijn (voor), aanlokken : dat lust mij niet; 3. wel willen eten of drinken, houden van (spijs, drank enz.): ik lust geen zuurkool; hij lust ’em (koud), hij houdt van een borrel, hij is aan d...
M. J. Koenen's (1937)
lustte, heeft gelust: 1. onpers. ww. zie voorb.: het lust mij (om) te, ik heb trek, ben geneigd; hij doet, wat hem lust; 2. ietwat vero.: begeerlijk zijn, lokken: mij lust een kopje thee; 3. lust, trek, zin hebben in; verlangen: vlees, zoveel als zij lustten; zegsw. lust je nog boontjes (of: peultjes), heb je nog wat te zeggen; iem. lusten, niet ba...
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: