Wat is de betekenis van lummelachtig?

2025-02-17
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)

2025-02-17
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

lummelachtig

lummelachtig - Bijvoeglijk naamwoord 1. lijkend op of eigenschappen hebbend van lummel Deze jongeman kan niet goed dansen. Hij heeft nog steeds van die lummelachtige onhandige bewegingen. Woordherkomst afgeleid van lummel met het achtervoegsel -achtig

2025-02-17
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Lummelachtig

ad;. & adv., sûgich, sûcheftich, sleau, slûch.

2025-02-17
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Lummelachtig

bn. bw. (-er, -st), als (van) een lummel.

2025-02-17
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

lummelachtig

bn., bw.; als een lummel: een lummelachtig voorkomen; hij gedraagt zich lummelachtig.

2025-02-17
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

lummelachtig

('lumməlachtəch) bn. en bw. (-er, -st) als een → lummel.

2025-02-17
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

lummelachtig

bn. en bw. (-er, -st), als of als van een lummel.

2025-02-17
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Lummelachtig

Lummelachtig bn. bw. (-er, -st), lomp, onbeschaafd; dom, onnoozel. LUMMELACHTIGHEID, v.