lummel
1) (1967) (havenarb.) soort manusje-van-alles in de haven. • Neem die lummel. De lummel, zegt THB-nieuws, het personeelsblad, hoekt voor iedereen af en aan, hij is eigenlijk het manusje-van-alles. Het woord is ontleend aan het kaartspel, waar de lummel de man is die tijdelijk niet meespeelt, die geen partner heeft. (het Vrije Volk, 18/09/1967)...