Wat is de betekenis van luchter?

2024-04-20
Prisma Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)

2024-04-20
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

luchter

(1998) (gevangenis) gevangene die gelucht wordt. • luchters ‘zij die gelucht worden’ (‘Er zijn niet veel luchters vandaag.’) (Ewoud Sanders in Onze Taal. Jaargang 78. 2009) • (Van Dale Modern Bargoens Woordenboek. 2009)

2024-04-20
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

luchter

luchter - Zelfstandignaamwoord 1. Een veelarmige lamp met een decoratieve functie, die aan het plafond hangt. Woordherkomst Naamwoord van handeling van lichten met het achtervoegsel -er Synoniemen lichter, kroonluchter, lichtkroon, kandelaber, kroonlamp, kaarsenkroon, luster

2024-04-20
Ewoud Sanders woordenboeken

Ewoud Sanders (2019)

luchter

gevangene die gelucht wordt In deze betekenis in 1998 opgetekend in de Penitentiaire Inrichting Over-Amstel (beter bekend als de Bijlmerbajes) door een blanke, hoogopgeleide man die daar toen gevangen zat. Als voorbeeldzin gaf hij: ‘Er zijn niet veel luchters vandaag.’

2024-04-20
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Luchter

s., ljochter.

2024-04-20
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Luchter

m. (-s), 1. kandelaar ; 2. lichtkroon; 3. (gew.) lantaarn.

2024-04-20
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

luchter

m. luchters; kandelaar; lichtkroon; op vissersvaartuigen: lantaarn; lit. t., gew.

2024-04-20
Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Luchter

➝ Kandelaar.

Wil je toegang tot alle 14 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-20
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

luchter

(luchtər) m. I. (-s) hij die lucht. II. (-s; -tje) lichten] 1. Algm. kandelaar, kandelaber, lichtkroon : rijk vergulde -s. 2. Scheepst. lantaarn.