lozen
(1968) (inf.) ejaculeren; klaarkomen (van de man). • (Hans Heestermans: Erotisch Woordenboek. 1980) • (Spectrum Sex Atlas. Een nieuwe geïllustreerde gids. 1978. Vertaling en bewerking Liselotte de Vaal & Otto M. de Vaal. 1981)
Marc De Coster (2020-2024)
(1968) (inf.) ejaculeren; klaarkomen (van de man). • (Hans Heestermans: Erotisch Woordenboek. 1980) • (Spectrum Sex Atlas. Een nieuwe geïllustreerde gids. 1978. Vertaling en bewerking Liselotte de Vaal & Otto M. de Vaal. 1981)
Wiktionary (2019)
lozen - Werkwoord 1. (ov) iets uitwerpen, kwijt zien te raken, gewoonlijk een vloeistof ♢ Vroeger werden er veel kalizouten in de Rijn geloosd.
Muiswerk Educatief (2017)
lozen - regelmatig werkwoord uitspraak: lo-zen 1. vloeistof laten weglopen ♢ de schipper heeft de olie in zee geloosd 1. een zucht lozen [zuchten] 2. ervoor zor...
Hans Heestermans (1977)
lozen - ejaculeren. Loosde ik dus plichtbewust ergens in het echtelijk bed maar daarbuiten leefde ik kuis als een monnik. Gangreen 12 [1968].
Van Dale Uitgevers (1950)
(loosde, heeft geloosd), 1. (gew.) iets dat vastzit, losmaken; 2. (Zuidn.) (een pand) lossen, inlossen; (rente) afkopen : 3. uit het lichaam verwijderen, kwijtraken: winden, boeren lozen ; zuchten lozen, slaken; zijn water lozen, urineren; 4. (van overtollig water) laten wegvloeien of (door een gemaal) afvoeren, uitwerpen: deze boezem loost op d...
M. J. Koenen's (1937)
loosde, heeft geloosd: 1. loslaten; slaken: een zucht lozen; Z.-N. een pand lozen, inlossen; 2. (overtollig water) laten weglopen; afwateren: het water van een polder lozen; 3. iem. wegsturen, zien kwijt te raken: iem. lozen; 4. uitmonden: rivieren, die in zee lozen.
Jozef Verschueren (1930)
('lo:zən) (loosde, heeft geloosd) [loos 14] 1. uit het lichaam verwijderen : water boeren, winden -. 2. loslaten, slaken : een zucht -. 3. zich ontdoen van, kwijtraken : klachten -. 4. afvoeren : het overtollig water van een polder -; kunstmatig -, door bemaling; natuurlijk -, door afvloeiing. 5. afwateren : dit water loost op de Vecht. 6....
Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)
(loosde, heeft geloosd), 1. uit het lichaam verwijderen, kwijtraken: zuchten lozen, slaken; zijn water lozen, urineren; 2. (van overtollig water) laten wegvloeien of (door een gemaal) afvoeren, uitwerpen; ook abs.: deze boezem loost op de IJssel; 3. zich ontdoen van, laten lopen: gelukkig heb ik hem kunnen lozen, ben ik hem kwijt; iemand lozen, weg...
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: