loom
loom - Bijvoeglijk naamwoord 1. weinig geneigd zich te bewegen, weinig uitnodigend tot beweging ♢ Wat een lome dag vandaag! 2. (handel) weinig bereidheid tonend tot handel te komen ♢ Imtech onderuit op loom Damrak.
Alles over bitcoin, cryptovaluta en de blockchain
Nederlandstalige WikiWoordenboek
loom - Bijvoeglijk naamwoord 1. weinig geneigd zich te bewegen, weinig uitnodigend tot beweging ♢ Wat een lome dag vandaag! 2. (handel) weinig bereidheid tonend tot handel te komen ♢ Imtech onderuit op loom Damrak.
Nederlands woordenboek voor onderwijs
loom - bijvoeglijk naamwoord 1. op een prettige manier lui en traag ♢ wat word je loom van dat warme weer! 1. een lome warmte [warmte die loom maakt] Bijvoeglijk naamwoord: loom ...
Jargon & Slang van Beursspeculanten
Loom - weinig vraag naar. Bijv. ijzer loom.
Nederlandse encyclopedie
bn. enbw. (lomer,―st), een gevoel van zwaarte in de ledematen, vermoeid en daardoor mat in de beweging, traag, langzaam: ik ben zo loom in mijn benen; met lome schreden gaan; zich loom bewegen; van zaken: een lome warmte, die loom maakt.
Friesch woordenboek
adj. & adv., sleau, slûch, loom, lôch, dodzich, slommerich, têd; (van het weer), mudzich, rnodzich, maf(fich), slûch, loom, lam, lomich; — en traag, bimochtich, wanmochtich.
Woordenboek Engels (1951)
1. weefgetouw; 2. schacht van een roeispaan; 3. zie auk, guillemot, loon & puffin. 4. zich (in flauwe omtrekken) vertonen, (dreigend) oprijzen, opdoemen; loom ahead, opdoemen; loom large, een voorname of veel plaats innemen [in boek].
Nederlands woordenboek (7e druk - 1950)
bn. bw. (lomer, -st), 1. een gevoel van zwaarte in de leden hebbend of daarmee gepaard gaand, vermoeid en daardoor mat, in de beweging, traag, langzaam: ik ben zo loom in mijn benen; met lome schreden gaan; zich loom bewegen; — een lome warmte, die loom maakt; 2. niet flink, zonder energie: loom van geest;...
M. J. Koenen's Verklarend handwoordenboek
lomer, loomst I. bn. (1 traag, ongeneigd tot beweging; niet vlug voortkunnende; met tegenzin geschiedende; 2 niet flink, zonder energie): 1. loom van vermoeienis; een loom en lam gevoel; lome schreden, bewegingen; 2. een lome massa; beursbericht; ijzer loom, er was weinig vraag naar, flauw. II. bw. (op trage wijze, langzaam; niet van energie getui...
Groot woordenboek der Nederlandsche taal
Loom bn. bw. (-er, -st), mat, stijf in de beweging, traag, langzaam: ik ben zoo loom in mijne beenen, door al mijn leden; met loome schreden gaan; loom opzien; zich loom bewegen.
Handwoordenboek van Nederlansche Synoniemen 1898
zie Log.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.