looien
1) (1880, vero.) (Amsterdam, stud.) luieren; niet werken; stempelen. Onder studenten: op de boemel gaan. Kijk ook onder looier (1)*. • (Enno Endt & Lieneke Frerichs: Bargoens Woordenboek. 1974) • Looien: luieren, niet werken; bij studenten: op sjouw gaan. (Jan Stroop: Burgerlijk Amsterdams. In: Honderd jaar stadstaal. 1999) •...