Wat is de betekenis van Loochenen?

2024-04-23
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

loochenen

loochenen - Werkwoord 1. (ov), (formeel) iets tot een leugen verklaren Hij loochende dat hij iets met de zaak te maken had. Van Aristoteles (384—322), den universeelen en tevens nuchteren man der wetenschap, werd, [...] verzekerd, dat hij de realiteit der magie...

2024-04-23
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

loochenen

loochenen - regelmatig werkwoord uitspraak: loo-che-nen 1. zeggen dat het niet zo is ♢ hij loochent het bestaan van God 1. dat valt niet te loochenen! [dat moet je wel toegeven] Rege...

2024-04-23
Encyclopedisch woordenboek van de psychologie

Piet van der Ploeg (2007)

Loochenen

Met loochenen wordt bedoeld dat de persoon onhanteerbare situaties zoals depres­sieve gevoelens, onschadelijk probeert te maken door ontken­ning van de gebeurtenis en de gevoelens die ermee samenhangen. Het verschil met liegen is dat dit laatste bewust gebeurt, terwijl bij looche­ning er de werke­lijke overtuiging is dat wat ge­loochend wordt nooit...

2024-04-23
Vreemd Nederlands

Jan Meulendijks (1993)

Loochenen

ontkennen; niet erkennen

2024-04-23
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Loochenen

v., leagenje, ligen hjitte, hite.

2024-04-23
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Loochenen

(loochende, heeft geloochend), 1. iets ontkennen, verklaren dat het niet waar of juist is, inz. van iets dat het subject ten laste gelegd wordt: hij loochende nu alles, wat hij vroeger had toegegeven ; — dat kan je niet loochenen, dat moet je erkennen; 2. het bestaan van iets ontkennen : banden die niet te loochenen zijn ; — dat valt n...

2024-04-23
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

loochenen

loochende, h. geloochend (1 iets ontkennen; 2 het bestaan van iets ontkennen; Z.-N. kaartspel: geen kleur bekennen; Z.-N. verloochenen): 1. alles loochenen; iets niet kunnen loochenen, moeten erkennen; 2. de waarheid loochenen, d. i. niet erkennen; een geschiedkundig feit loochenen; alle schuld loochenen; wie zou het loochenen; God loochenen, a) ve...

2024-04-23
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

loochenen

(‘lo:chənən) loochende, heeft geloochend) [~ liegen] 1. ontkennen : de beschuldigde loochende alles; iets niet kunnen -. 2. het bestaan van iets ontkennen tegen beter weten in : de waarheid, een feil, een schuld, zijn handtekening -; men kan niet dat...; het valt niet te dat...; wie zou het -? God -, zijn bestaan ontkennen of Hem verzaken. T...

Wil je toegang tot alle 14 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-23
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

loochenen

(loochende, heeft geloochend), 1. iets ontkennen, verklaren dat het niet waar of juist is, m.n. van iets dat het subject ten laste gelegd wordt: hij loochende nu alles, wat hij vroeger had toegegeven; 2. het bestaan van iets ontkennen: banden die niet te loochenen zijn; dat valt niet te loochenen, dat staat vast.