Wat is de betekenis van lomperik?

2024-04-24
Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

lomperik

lomp persoon. iemand die lomp is; lomp persoon; lomperd. Voorbeelden: Ze was gaan huilen zonder geluid. Dat zag je soms in films, stil verdriet. Iets heel ergs was dat, alleen lomperiken hadden dat niet door. Wat moest ik doen? Ik gaf haar mijn zakdoek. Annie Van Keymeulen, Bas, 2000 De regiopolitie Gelderland-Midden stelt ov...

2024-04-24
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

lomperik

lomperik - Zelfstandignaamwoord 1. onhandig, onbeholpen, lomp persoon 2. (scheldwoord) iemand die op grove manier onbeleefd is, pummel Woordherkomst afgeleid van lomp met het achtervoegsel -erik Synoniemen lomperd

2024-04-24
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Lomperik

m. (-en), lomperd.

2024-04-24
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

lomperik

m. (-en) lomp mens.

2024-04-24
Etymologisch Woordenboek

Amsterdam University Press (2024)

2024-04-24
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Lomperik

Lomperik m. (-en), (gew.) lomperd.