lollepot
1) (1944) (inf.) vrouwelijk geslachtsdeel. • Het woord lollepot wordt ook elders wel eens aangetroffen als metafoor voor 'vagina' en kan hier dus gelden als een soort embleem voor 'geilheid'; immers, zoals ook de editie Pennink-Enklaar bij deze plaats al noteerde : 'de begijnen stonden op het einde van de Middeleeuwen vaak in kwaden reuk'. (Fo...