logologo
aal. lange, slangachtige vis met een slijmerige, gladde huid, kleine borstvinnen, een lange rugvin die de gehele staart omzoomt en tot de aarsvin reikt, kleine kieuwopeningen en een bovenkaak die korter is dan de onderkaak; aal; paling. Voorbeelden: Men vindt wel een andere modus, Gilds gaat zeker niet de bak in. Deze man kan je verg...