Wat is de betekenis van Logarithme?

2024-04-19
Agrarisch Encyclopedie

Veerman (1954)

Logarithme

van het getal x is de exponent van de macht, waartoe men een zeker grondtal g (b.v. 10) moet verheffen om x te krijgen.

2024-04-19
Frans woordenboek (FR-NL)

Dr. F.P.H. Prick van Wely (1952)

Logarithme

logarithme.

2024-04-19
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Logarithme

(<Lat.), v. (-n), (afgekort tot log) (wisk.) verhoudings- of betrekkingsgetal, exponent of aanwijzer der macht, tot welke een gegeven getal (grondtal) moet verheven worden, om enig ander getal voort te brengen: de Brigg'se logarithme van 100 is 2, d.w.z. 10 verheven tot de 2de macht = 100

2024-04-19
De Kleine Winkler Prins

Winkler Prins (1949)

Logarithme

(wisk.), de exponent van de macht, waartoe men een vast positief getal (grondtal) moet verheffen om een willekeurig ander getal te verkrijgen. Vb. 10 X 10 X 10 of 103 = 1000; de logarithme van 1000 voor het grondtal 10 is nu 3; voor 100 (= 102): 2. Log. 81 voor het grondtal 3 is 4 (3 X 3 X 3 X 3 of 34 = 81) uitgedrukt in de formule: 4 = 3log. 81. H...

2024-04-19
Kramers woordentolk

Jacon Kramers Jz (1948)

logarithme

v. de ~ van een getal is de exponent v. d. macht, waartoe een zeker getal (grondtal) moet verheven worden om het eerste getal tot uitkomst te krijgen.

2024-04-19
Vreemde woorden in de wiskunde

Dr. E.J. Dijksterhuis (1939)

Logarithme

(< Gr. = reden; apdtpóp = getal). Bedoeld als afkorting van = numerus proportionis = redengetal. De naam is te begrijpen op grond van de Griekse redentheorie, waarin de reden a2 : b2 de dubbelreden heet van a : b, a3 : bz de tripelreden, terwijl bij Archimedes (287—212 v. Chr.) zelfs gezegd wordt, dat a3 : b3 de anderhalfde reden is...

2024-04-19
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

logarithme

v. logarithmen (Lat. logarithmus [Gr. logos + arithmos]: exponent van de macht, waartoe een zeker aangenomen grondtal moet verheven worden om het eerstgenoemde getal op te leveren; verhoudingsgetal ter verkorting van vermenigvuldigingen, worteltrekkingen enz.): de logarithme van 100 is 2, men moet 10 tot de 2e macht verheffen om 100 te krijgen.

2024-04-19
Vreemde woordenboek

S. van Praag (1937)

logarithme

v. de exponent van de macht, waartoe een zeker getal moet worden verheven, om het eerste getal tot uitkomst te krijgen.

Wil je toegang tot alle 16 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-19
Encyclopedie voor Iedereen

John Kooy (1933)

Logarithme

verhoudingsgetal, dat aangeeft tot welke macht een bepaald getal (grondtal) moet worden verheven, om een ander getal voort te brengen. Men onderscheidt verschill, soorten logarithmen: Briggsche, Gausische, Goniometrische, proportiniaal-log. enz., welke alle dienen ter vereenvoudiging v. ingewikkelde rekenk. en wisk. bewerkingen.