loens
(1858) (Barg.) vals. • Op een tweede mazematte (diefstal) werd ik verschut (gearresteerd), maar met mijn loenschen (valschen) naam, en bij de princery (politie) niet bekend, liep het beter af dan ik gedacht had, en moest ik voor capti sjone (12 jaren) naar Jan van Woerden's kasteel. (Conrad Jacobus Nicolaüs Nieuwenhuis: Mijn verblijf in d...