Wat is de betekenis van Lijk?

1) (1934) (Ned. pol.) belediging, onwelvoeglijke taal of krachtterm die niet wordt opgenomen in het verslag van de kamervergadering, maar apart wordt geklasseerd. Voor de tweede wereldoorlog moest 'grappenmaker' bijvoorbeeld vervangen worden door 'geestige man'. Een modern politiek lijk is 'verdomme'. Kijk ook onder lijkenlijstje*. • Een heel...

lijk - zelfstandig naamwoord 1. lichaam van een dode ♢ na de aanval lagen overal lijken 1. over lijken gaan [niets en niemand ontzien] 2. over mijn lijk! ...

Lijk - uit de lijken geslagen zijn: de kluts kwijt zijn. Een lijk is een ingenaaid touw dat gebruikt wordt om tenten en zeilen te versterken.

als Ge had het mij tenminste kunnen opbiechten, maar nee, lijk een dief in de nacht... (Hugo Claus, Het verdriet van België) Maar neem nu eens de wereld lijk hij draait en waait. In het begin ging ook alles goed. Het water, de bergen, de diepten en de bomen, alles stond op zijn plaats. De bloemen en de beesten waren al...

Touw in de rand van het zeil genaaid ter versteviging rondom; 5/8" manilla (17 mm). Voor- en achterlijk.

Het lijk wijst op iets wat al lang is afgehandeld; op het afsterven van bepaalde gevoelens, die men desondanks nog met zich meedraagt; op een relatie waarachter men eigenlijk een punt zou moeten zetten. Lijken verschijnen vaak in dromen van mensen, die in of met hun beroep ontevreden zijn: Men wil iets veranderen, maar het lukt gewoon niet. In somm...

1. stomdronken. Studentenslang. Voorlijk liggen is ook ‘uitgeput zijn’. 2. - in de kast,een verborgen affaire die iemand in problemen kan brengen als ze openbaar wordt gemaakt; een schandaal dat men liever in de doofpot houdt; in een politieke context vaak in de zin van ‘niet verwachte financiële tegenvaller; onverwacht gat in de begroting’. Ook ee...

In Hildebrands Camera Obscura [1877] noteren wij de zelfverwensing ik ben een lijk, als... Een oorspronkelijk vrome wens werd tot vloek en uitroep van verontwaardiging.zie vreten.

[vgl. Lat. ligare = binden] (scheepvaart) zoomtouw, d.w.z. touw dat in de rand van een zeil is genaaid om inscheuren te voorkomen; uit de lijken geslagen, uit de rand gescheurd (van zeil), (fig. van persoon) de kluts kwijt, helemaal in de war.