Lij
Zie Elisabeth
Alles over bitcoin, cryptovaluta en de blockchain
Nederlandstalige WikiWoordenboek
lij - Zelfstandignaamwoord 1. (scheepvaart) de kant waar de wind niet vandaan komt Antoniemen loef
Encyclopedie voor Zelfstudie
de zijde van het schip die van de wind is afgewend. De andere zijde, waar dus de wind vandaan komt, heet loef of loevert.
Nederlandse encyclopedie
v./m. (g. mv.), (ook: lijzij, lijzijde), zijde van een schip die van de wind is afgekeerd, de lage kant; ook de zijde van een eiland enz. die van de wind is afgekeerd: in lij, aan onder de wind: in lij vallen; de wind uit de krijgen; onder de zijn; roer aan (fig.) in de lij, in de minderheid, in de narigheid; in lij liggen, niet vooruitkomen, achte...
Watersport A-Z, Kramer (1971)
Lij - de kant waar de wind naar toe waait. Aan lijzijde van een object vindt men beschutting tegen wind en golven. Lijfhout, extra breed deel langs de rand van een houten dek, dat de dekbeplanking opsluit. Bij teakhouten dekken is het op voor- en achterdek vaak zaagtandvormig ingekeept, zodat de kopse kanten van de dekdelen erin opgesloten worden.
Nederlands woordenboek (7e druk - 1950)
v., (zeew.) zijde van het schip die van de wind is afgekeerd, de kant waar het schip het diepst in ’t water is gedrukt, de lage kant; ook de zijde van een eiland enz. die van de wind is afgekeerd: in lij, aan lij, onder de wind: in lij vallen; de wind uit de lij krijgen; onder de lij zijn: roer aan lij; &mda...
Kleine Winkler Prins van A-Z
(lijzijde), de van de wind afgekeerde zijde van een schip.
M. J. Koenen's Verklarend handwoordenboek
v. (scheepst. lage zijde van een [zeilend] schip, zijde benedenswinds, tegenzijde van loefzijde, inz. met voorzetsels): de matroos in het kraaiennest riep: Een schip aan lij! te lijwaarts; zegsw. in (de) lij liggen, in verlegenheid zijn, achterlijk zijn in zijn zaken.
Wat is dat? Encyclopedie voor jongeren (1938).
Dit is een term ontleend aan de scheepvaart. Wanneer een (zeil-)schip niet recht op of van de windrichting vaart, maar van terzijde door den wind wordt geraakt, dan heeft dat schip een loef- en een lijzijde. De loefzijde is die kant van het schip, waar de wind op staat, de andere, de lijzijde, de kant, die van den wind is afgekeerd.
Nederlandse encyclopedie, uitgegeven van 1916-1925.
Lij, - zijde van een schip, die van den wind is afgekeerd.
Handelslexicon (1910) door J. Hagers
Lij - scheepsterm voor den kant waar de wind heen gaat.
Groot woordenboek der Nederlandsche taal
Lij v. (zeew.) zijde van het schip, waar de wind uitgaat (lijzijde tegenstelling van loefzijde, de zijde, waar de wind inkomt): in lij, aan lij, onder den wind: in lij vallen; den wind uit de lij krijgen; onder de lij zijn; roer aan lij !; — (fig.) (w. g.) iem. in lij houden, de overhand op iem. hebben, hem onder den duim hebben; — (fi...
Nederlandse encyclopedie
Lij is een scheepsterm. Wanneer de koers van een schip een hoek maakt met de windrigting, dan heeft het eene loef- en een lijzijde. De eerste is die, welke aan den luchtstroom is blootgesteld, — de tweede die, waarheen hij gaat. Wanneer men wenden wil, draait men de roerpen in lij, — en men ziet een schip in lij, wanneer men het ontwaart aan de lij...
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.