liederlijk
(18e eeuw) (inf.) in hoge mate, erg. Voorbeeld: zich liederlijk vervelen. • Ongeboren nog, was het geen sterveling gegeven geweest, bij het wiegje van een aanvallig kind te vermoên, hoe het vroege verlies harer onschuld het in mademoiselle Theresa zou herscheppen, wier gebaren en gezangen alles achter zich lieten, wat ooit als liederlijk...