Wat is de betekenis van Liederlijk?

2024-04-25
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

liederlijk

(18e eeuw) (inf.) in hoge mate, erg. Voorbeeld: zich liederlijk vervelen. • Ongeboren nog, was het geen sterveling gegeven geweest, bij het wiegje van een aanvallig kind te vermoên, hoe het vroege verlies harer onschuld het in mademoiselle Theresa zou herscheppen, wier gebaren en gezangen alles achter zich lieten, wat ooit als liederlijk...

2024-04-25
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

liederlijk

liederlijk - Bijvoeglijk naamwoord 1. volstrekt zedeloos liederlijk - Bijwoord 1. (informeel) in de hoogste mate Woordherkomst van het Duits (met het achtervoegsel -lijk) Verwante begrippen losbandig, zwijnachtig

2024-04-25
Vreemd Nederlands

Jan Meulendijks (1993)

Liederlijk

losbandig

2024-04-25
Van aalmoes tot zwijntjesjager

Dr. E. Schröder (1980)

Liederlijk

Dat liederlijk niets met lied te maken heeft is uit de betekenis wel duidelijk. Men verstaat er immers onder: losbandig, zedeloos, ontuchtig. Het woord komt pas in de 18e eeuw voor en is wellicht uit het Duits overgenomen waar liederlich toen al oud was. De oudste betekenis in het Nederlands is: geweldig. Die komt alleen nog voor in de zegswijze: z...

2024-04-25
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Liederlijk

adj. & adv., liderlik, lydlik, goar, smoarch.

2024-04-25
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2024-04-25
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

liederlijk

bn., bw. (1 slordig armoedig; vuil, smerig; 2 zedeloos, ontuchtig): 1. een liederlijk rijm, klein en zijn; een liederlijke plunje, er liederlijk uitzien; 2. liederlijke taal.

2024-04-25
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

liederlijk

(li:dәrlәk) bn. en bw. (-er, -st) [~ lodder] 1. armoedig, slordig : een -e plunje; dat is een rijm; er uitzien. 2. verregaand losbandig en zedeloos : -e gelukzoekers; een gedrag, toneeltje, leven; zich -gedragen. Syn. → lichtzinnig.

Wil je toegang tot alle 15 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-25
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

liederlijk

bn. en bw. (-er, -st), 1. verregaand zedeloos, losbandig: een leven leiden; zich liederlijk aanstellen; 2. (bw.) (zeer gemeenz.) geweldig, in de hoogste mate: ik verveel mij liederlijk, stierlijk.