Lie
Zie Aemilius
Jan Luitzen (2009)
(de; -s) 1 - hoek die het centrum van de shaft maakt met de zool van het clubblad, waarbij als ‘lies’ worden onderscheiden; ‘flat’ (vlak), ‘upright’ (rechtopstaand) en ‘normal’ (gemiddeld). 2 - (van een bal) ligging: (Eng.) improved lie. (tegen de golftegels) opzettelijk verbeterde ligging van de bal zodat die gemakkelijker te slaan is; (Eng.) tigh...
Dr. F.P.H. van Wely (1951)
I. leugen; give one the lie, iemand iets heten liegen; give the lie to, logenstraffen; tell a lie, liegen; II. liegen. III. liggen, rusten, slapen; staan; logeren: this action will not lie, is niet ontvankelijk; lie about, rondslingeren; lie at the bank, op de bank (uitgezet) zijn; lie back, achteroverliggen of -leunen; lie by, liggen, rusten; ong...
Winkler Prins (1949)
Bernt (1868-1916), Noors romanschrijver, o.a. van Onder betovering, Helle, Conrector Hauch. Jonas (1833-1908), Noors schrijver en dichter, een der beste Noorse vertellers, verheerlijker van het verre N. en van de zee, sociaal criticus zonder echter partijman te zijn, meesterlijk uitbeelder van het drama van het „ongeleefde leven” (De Ge...
Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)
1° Jonas, Noorweegsch romanschrijver van gematigd realistische richting. * 6 Nov. 1833 te Eker, ✝ 5 Juli 1908 te Frederiksvaem (bij Oslo). Juridisch gevormd te Bergen en te Oslo, verliet L. na zijn 35e jaar de rechtspraktijk voor de journalistiek en de bellettrie, hierbij geholpen door zijn vrouw en gesteund door Bjömson. Op staatsstipendi...
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: