Lid op zijn neus
(Die het onderste uit de kan wil hebben, krijgt het). Lid is hier het deksel van de vroegere tinnen kannen, waaruit men dronk; door tot het laatste druppeltje te willen drinken, liep men gevaar dit op den neus te krijgen. Lid, mnl. lit, let, ohd. hlit, ags. hlid enz., behoort bij een ww., dat in het os. over is als hlidan, bedekken, sluiten; nu nog...