Wat is de betekenis van Lezenaar?

2024-04-19
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

lezenaar

m. lezenaars (standaard met schuinstaand bovenvlak, om een boek op te leggen, zodat de lezer het in gemakkelijke stand voor zich heeft; schuinstaand leesbordje).

2024-04-19
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

lezenaar

('le:zəna:r) m. (-s; -tje) lessenaar.

2024-04-19
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

lezenaar

m. (-s), standaard met schuinstaand bovenvlak om een boek op te leggen waaruit men (voor) leest, lessenaar m.n. in kerken voor het lezen van bijbelgedeelten in de liturgie.

2024-04-19
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Lezenaar

LEZENAAR, m. (-s), schuinstaand leesbordje voor den huisbijbel, schuinsch lees- of schrijfbord.