Wat is de betekenis van levenswandel?

2024-04-25
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

levenswandel

levenswandel - Zelfstandignaamwoord 1. de manier waarop men in zedelijk opzicht leeft en heeft geleefd Sinds december vorig jaar voert de politie in Padua onderzoek naar de levenswandel van de 48-jarige priester Andrea Contin. Die zou er een heus dubbelleven op na gehouden hebben. Uiterlijk een keuri...

2024-04-25
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Levenswandel

s., (libbens)wannel, libbens trant.

2024-04-25
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

levenswandel

m. (zedelijk doen en laten).

2024-04-25
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

levenswandel

('le:vəns) m. wijze waarop men leeft in zedelijk opzicht, gedrag : een onberispelijke -.

2024-04-25
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

levenswandel

m. (g. mv.), gedrag, wijze waarop men leeft in zedelijk opzicht: een onberispelijke levenswandel.

2024-04-25
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)

2024-04-25
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Levenswandel

LEVENSWANDEL, m. gedrag, wijze waarop men leeft in zedelijk opzicht: een onberispelijke levenswandel.

2024-04-25
Prisma Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)