Wat is de betekenis van levenspartner?

2024-04-19
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

levenspartner

levenspartner - Zelfstandignaamwoord 1. persoon met wie men het leven deelt Woordherkomst samenstelling van leven en partner met het invoegsel -s-

2024-04-19
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)