Wat is de betekenis van levensgevaar?

levensgevaar - Zelfstandignaamwoord 1. omstandigheden die dreigen de dood ten gevolge te hebben ♢ Na dat ongeluk verkeerde hij enige tijd in levensgevaar. Woordherkomst samenstelling van leven en gevaar met het invoegsel -s-

levensgevaar - zelfstandig naamwoord uitspraak: le-vens-ge-vaar 1. gevaar dat je het leven verliest ♢ we waren echt in levensgevaar op dat zinkende schip 1. met levensgevaar iemand redden [met geva...

zie Ieven (ethisch).

s.n., libbensgefaer (it); iets met — volbrengen, eat mei de hals helje; hij is in — geweest, hy hat it op ’e dea ôf helle, it hat him nei stien.

...

o. (gevaar van het leven te verliezen): met levensgevaar iem. bij brand redden.

A) Het zich stellen in levensgevaar. Het is geoorloofd een daad te stellen, waarmede een zeker gevaar voor het leven verbonden is, wanneer de daad op zich zelf goed of althans onverschillig is en men een voldoende reden daartoe heeft. Die reden zal gewoonlijk te zoeken zijn in een goed gevolg, dat uit de daad voortvloeit. Dit goede gevolg, dat men...

o. gevaar het leven te verliezen : in verkeren, zijn.

o., gevaar het leven te verliezen: in levensgevaar verkeren.