Wat is de betekenis van levensboom?

Een levensboom kan verwijzen naar: - (symboliek) In veel culturen en religies staat de levensboom symbool voor het leven zelf, maar ook voor groei, vitaliteit, genezing en onsterfelijkheid. Voorbeelden zijn de Yggdrasil in de Noordse mythologie en de levensboom in de Kabbala; - (biologie) de classificatie van organismen, waarin de levensboom een b...

levensboom - Zelfstandignaamwoord 1. (plantkunde) naam voor coniferen uit het geslacht Thuja, oorspronkelijk groeiend in Oost-Azië en Noord-Amerika ♢ Dr. Gachet zette op het graf van Van Gogh een levensboom neer waar Van Gogh zo van hield. 2. (anatomie) deel van de kleine hersenen waarvan de...

levensboom - zelfstandig naamwoord uitspraak: le-vens-boom 1. boom uit de Hof van Eden ♢ op deze afbeelding zie je de levensboom met Adam en Eva eronder Zelfstandig naamwoord: le-vens-boom de levensboom ...

het is een oud gebruik in Brabant bij huwelijk of geboorte een boom te planten, een zgn. levensboom. Bij een huwelijk is dat meestal een eik, beuk of een vruchtboom, bij geboorte een appel- of noteboom voor een jongen, een pereboom voor een meisje. Bron: Ter Laan, Folk. wdb.

De levensbomen (thuja) zijn naaldbomen met schubvormige bladeren. De uit Amerika afkomstige westerse levensboom vertakt zich in een horizontaal vlak, de uit Oost-Azië afkomstige oosterse levensboom echter in een verticaal. De westerse levensbomen ziet men veel op kerkhoven. Zij vormen ook goede, dichte hagen.

oude, anatomische benaming voor de op doorsnede boomvormige figuur, te zien in het witte gedeelte van de kleine hersenen, ➝ hersenen.

zinnebeeldige voorstelling van het menselijk leven, welke veel in de volkskunst als versiering voorkomt. In Nederland treft men het motief veel aan in houtsnij-, borduur- en koperwerk.

Primitieve boom, symbool van het opgaande leven. Vroeger veel op merklappen (met Adam en Eva), randen van kledingstukken, knottedoeken, panelen van de Hindeloper kast, middeleeuwse klokken. L.en werden bij de geboorte van kinderen geplant (vgl. Wilhelminaof Julianabomen). In de 16de eeuw schijnt de L. via Italiaanse stalenboeken weer ingeburgerd te...

l. (bot.) Ned. naam voor vertegenwoordigers van het gesl. Thuja (T.plicata is de W. Am. l., T.occidentalis de O. Am.). Het zijn coniferen met schubvormige bladeren, waarvan vele var. als sierplanten in tuinen worden aangcplant. De Chinese l. is Biola orientalis.2. (volksk.) (1) Op sommige boerenhofsteden wordt bij een huwelijk en soms ook wel bij...