Wat is de betekenis van leut?

(eind 19e eeuw) (inf.) koffie. Kijk ook onder 'bakkie*. Herkomst onduidelijk. Sinds de 17e eeuw betekent leut ook: pret, plezier. Een 'koffieleut' is iemand die graag en veel koffie drinkt. Wellicht heeft de betekenis van koffie dus te maken met het plezier om het te drinken. Bij Boekenoogen (1897) lezen we o.a.: "Wil-je nag 'en koppie leut? - Leut...

leut - Zelfstandignaamwoord 1. genoegen, plezier, lol ♢ Dat doen we gewoon voor de leut. 2. koffie ♢ Zal ik 'ns een bakkie leut zetten? Synoniemen leute

koffie In deze betekenis in 1897 voor het eerst opgetekend, door G.J. Boekenoogen, in diens Zaansche volkstaal. Boekenoogen geeft als definitie: ‘Koffie en melk door elkaar gekookt; opgewarmde koffie; soms ook versche koffie’. Als voorbeeldzinnen geeft hij: ‘Wil-je nag een koppie leut?’ en ‘Kom-je eens een leutje bij me drinken’. In 1906 voo...

(zn) plezier WB.

LEUTE, v., (niet alg.) vrolijkheid, plezier, vermaak: veel leut hebben; ’t is maar voor de leut, voor de pret; zij vechten uit leut, uit scherts, voor de grap.

koffie.

N.-N., leute, Z.-N. v. (plezier, pret): ‘t is maar voor de leut, de grap; leut hebben.

Gem. in Belg. Limburg, ten Z. van Maaseik; opp. 390 ha; 1050 inw. (Kath.). Kanton en dekenaat Mechelen. Landbouw, steenbakkerijen. Mooi kasteel uit de 18e eeuw.

v. lol, pret, vermaak, vrolijkheid: veel hebben; 't is maar voor de -; uit -, uit scherts.