leus
...
Wiktionary (2019)
leus - Zelfstandignaamwoord 1. devies, slogan slagzin ♢ Op het spandoek van de vredesdemonstranten stond de leus 'kernwapens de wereld uit te beginnen in Nederland'.
Muiswerk Educatief (2017)
leus - zelfstandig naamwoord 1. zin die in het kort zegt waar je naar streeft ♢ zijn leus is: pluk de dag! Zelfstandig naamwoord: leus de leus de leuzen het leusje Sy...
Fa. A.J. Osinga (1952)
s., biedwurd (it); voor de —, foar de skyn, foar de sjeu, sabeare, omdôchsa, foar spek en brea.
Van Dale Uitgevers (1950)
LEUZE, v. (leuzen), 1. (ouderw.) wachtwoord; 2. (ouderw.) kenteken (ter aanduiding van de partij, waartoe men behoort); 3. wapenkreet, devies; — formulering van een beginsel: een vaandel met de leus ,,Vlaanderen den Leeuw” men schermt met de leus ,,klassenstrijd”; 4. (fig.) iets voor {om) de leus doen, voor de sch...
Jozef Verschueren (1930)
v. (leuzen; -je) [msch. ~ lozen; aflossing] 1. wachtwoord, parool: de eisen, geven. 2. Uitbr. a. kern-, zinspreuk: de van een adellijk geslacht. b. leidend beginsel: „In Vlaanderen Vlaams” is onze -; partij-, strijdleus; voor de [die niet altijd het oprechte teken der gezindheid is], voor de schijn.
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: