Wat is de betekenis van Leus?

2024-04-20
Prisma Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)

2024-04-20
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

leus

leus - Zelfstandignaamwoord 1. devies, slogan slagzin Op het spandoek van de vredesdemonstranten stond de leus 'kernwapens de wereld uit te beginnen in Nederland'.

2024-04-20
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

leus

leus - zelfstandig naamwoord 1. zin die in het kort zegt waar je naar streeft ♢ zijn leus is: pluk de dag! Zelfstandig naamwoord: leus de leus de leuzen het leusje Sy...

2024-04-20
Zuid-afrikaans woordenboek

H.J. Terblanche - M.A., D. Litt

leus

leuse, motto, wagwoord.

2024-04-20
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Leus

s., biedwurd (it); voor de —, foar de skyn, foar de sjeu, sabeare, omdôchsa, foar spek en brea.

2024-04-20
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2024-04-20
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Leus

LEUZE, v. (leuzen), 1. (ouderw.) wachtwoord; 2. (ouderw.) kenteken (ter aanduiding van de partij, waartoe men behoort); 3. wapenkreet, devies; — formulering van een beginsel: een vaandel met de leus ,,Vlaanderen den Leeuw” men schermt met de leus ,,klassenstrijd”; 4. (fig.) iets voor {om) de leus doen, voor de sch...

2024-04-20
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

leus

v. (leuzen; -je) [msch. ~ lozen; aflossing] 1. wachtwoord, parool: de eisen, geven. 2. Uitbr. a. kern-, zinspreuk: de van een adellijk geslacht. b. leidend beginsel: „In Vlaanderen Vlaams” is onze -; partij-, strijdleus; voor de [die niet altijd het oprechte teken der gezindheid is], voor de schijn.

Wil je toegang tot alle 12 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-20
Etymologisch Woordenboek

Amsterdam University Press (2024)