Wat is de betekenis van leraarschap?

2024-04-25
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

leraarschap

leraarschap - Zelfstandignaamwoord 1. alles wat hoort bij het leraar zijn Willoughby zelf vindt zijn daad de normaalste zaak van de wereld. De leraar, die zelf twee dochters heeft, vertelt dat zijn actie vooral voortkomt uit goed leraarschap. ,,Het gaat niet om mij, ik wil er als docent voor mijn lee...

2024-04-25
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Leraarschap

o., het leraar-zijn.

2024-04-25
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

leraarschap

o. (het zijn van leraar).

2024-04-25
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

leraarschap

o. het leraar zijn.

2024-04-25
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)

2024-04-25
Prisma Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)