Wat is de betekenis van lepra?

lepra - Zelfstandignaamwoord 1. (medisch) infectieziekte waarbij de zenuwcellen in de huid afsterven en beschadigingen van de huid niet meer opvallen Synoniemen melaatsheid Verwante begrippen lepreus, leproos

Besmettelijke tropische huidziekte door een infectie met de bacterie Mycobacterium leprae. Lepra is een ziekte waarbij de zenuwen en de huid langdurig ontstoken zijn. In ernstige gevallen worden die zenuwen gevoelloos. Dan krijgen mensen verlammingsverschijnselen. Doordat ze geen gevoel meer in hun handen en voeten hebben, voelen ze niet meer dat z...

In de Middeleeuwen was lepra één van de meest bedreigende ziekten. Leprozen werden als een gevaar voor de samenleving gezien, die daarom buiten de gemeenschap dienden te worden geplaatst. Het Sint Jurgensgasthuis te Helpman, buiten de poorten van de stad, was daarom sinds 1422 voor de huisvesting van leprozen ingericht. Het leprozenhu...

Infectieziekte die vooral huid en zenuwen aantast en ernstige misvormingen tot gevolg kan hebben. Scholieren uit de kop van Noord-Holland en uit Wassenaar kennen de verwensing krijg het lepra! Soms wordt daar nog aan toegevoegd aan je hart of aan je kloten! Sanders en Tempelaars (1998) kennen voorts krijg de lepra aan je ten...

[Lat. = schurft, melaatsheid, van Gr. lepra, van lepros = schilfering] melaatsheid.

melaatsheid

of melaatsheid, een vroeger bijna overal voorkomende, tegenwoordig vrijwel alleen nog maar tot de tropen beperkte besmettelijke huidziekte. Het verloop is sluipend, de incubatietijd is vaak enige jaren. Melaatsen worden geïsoleerd.

zie melaats

melaatsheid, lasarus.