lens
1) (1900) (inf.) leeg. • Zuip 'm niet lens. Ben je heelemaal bed...d? (Bernard Canter: Twee weken bedelaar. 1900) • Lens: leeg; ook: 'Ik sla je lens.' (Jan Oudenaarden: De terugkeer van Opoe Herfst. 1986) 2) (1935) (inf.) dronken: 'zich lens zuipen'. Eigenlijk: slap, krachteloos. • Als jullie dorst hebbe, zuip-ie de...