Wat is de betekenis van lekkers?

2024-04-19
Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

lekkers

Het begrip lekkers heeft 2 verschillende betekenissen: 1) lekkere dingen. lekkere dingen, bijvoorbeeld snoep, chocolade of gebak. Meestal in toepassing op lekkernijen om te eten, maar ook wel in toepassing op lekkere dranken. Soms ook gewoon in toepassing op lekker eten of een lekkere maaltijd. Heel vaak in de combinaties iets lekkers en...

2024-04-19
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

lekkers

(1965) (inf.) vrouwelijk geslachtsdeel. Vooral in de zegswijze: ze draagt haar lekkers hoog: ze heeft lange benen. Gesignaleerd door Endt (Bargoens Woordenboek), Heestermans (Erotisch Woordenboek) en Van Dale. • ‘Weet je wat jij er voor een bent!’ riep Lies, de zuster van een van Mirjams talrijke vrienden haar eens in een boze bui...

2024-04-19
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

lekkers

lekkers - Bijvoeglijk naamwoord 1. paritief van de stellende trap van lekker Ik heb trek in iets lekkers! lekkers - Zelfstandignaamwoord 1. snoepgoed Wie zoet is krijgt lekkers! Woordherkomst lekker met de uitgang -s...

2024-04-19
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

lekkers

lekkers - zelfstandig naamwoord uitspraak: lek-kers 1. lekkere dingen ♢ er stond allerlei lekkers op tafel: snoep, chocola, hartige hapjes, etc. 1. het is me wat lekkers [het is niet zo best]...

2024-04-19
Mokums woordenboek

Ditte Simons en Hans Heestermans (2014)

lekkers

1. geliefde: Behalve as dat maan lekkers bloedarmoede hèt, saote d’r tande en kiese niet goed fast en kon ik een nieuw geit mesjolleme, NONO2 67; 2. vagina, in: ze draagt haar lekkers hoog, gezegd van een vrouw met lange benen: ENDT.

2024-04-19
Erotisch woordenboek

Hans Heestermans (1977)

lekkers

lekkers - in de uitdr. ze draagt haar lekkers hoog, aanduiding voor een vrouw met lange benen (ENDT); (vgl. o.a. snoepen, snoepgoed).

2024-04-19
Surinaams woordenboek

J. van Donselaar (1936)

lekkers

(het), 1. versnapering, zowel zoet als hartig. 2. verhullende aanduiding voor iets dat men niet noemen wil. Bijv. als men geld aan iemand geleend heeft en het terug wil hebben. Tijdens het afrekenen vraagt de taxichauffeur op een haast smekende toon: Gaat u mij nog wat lekkers geven? De naïeve Bakra ( ) begint naarstig zijn tas om te ploegen...

2024-04-19
Zuid-afrikaans woordenboek

H.J. Terblanche - M.A., D. Litt

lekkers

sien lekkergoed.

Wil je toegang tot alle 14 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-19
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Lekkers

s.n., lekkers (it); klein beetje —, mûlterchje (it).