Wat is de betekenis van lekkerbek?

2025-01-18
Woordenboek Nederlands - Marokkaans Arabisch

Jan Hoogland, Roel Otten | AUP Amsterdam Univerisity Press

2025-01-18
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)

2025-01-18
Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

lekkerbek

Het begrip lekkerbek heeft 2 verschillende betekenissen: 1) fijnproever; smulpaap. iemand die van lekker en/of veel eten houdt; iemand die culinaire hoogstandjes en specialiteiten waardeert; smulpaap; fijnproever. 2) gefrituurde witvis. wijting, schelvis of kabeljauw en soms ook andere witvis die eerst door beslag gehaald wordt en da...

2025-01-18
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

lekkerbek

lekkerbek - Zelfstandignaamwoord 1. liefhebber van lekker eten - Een luieraar en een luiwammes verschillen evenveel van elkaar als een lekkerbek en een veelvraat. Keek naar het verheven genot van parende libellen. Hoorde zelfs hun vleugels, een extatisch geluid, als flapperend papier tussen de spake...

2025-01-18
Zuid-afrikaans woordenboek

H.J. Terblanche - M.A., D. Litt

lekkerbek

iem. wat van lekker kos hou; kieskeurige persoon.

2025-01-18
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Lekkerbek

s., lekkerbek, swietbek, -priuwer; eenzijn, ien fan ’e lekkere mûle wêze, in flewielen tonge hawwe, gjin breatosken hawwe, lekker wêze.

2025-01-18
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

lekkerbek

m. en v. lekkerbekken (smuller, fijnproever).

2025-01-18
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

lekkerbek

('lekkər) m. en v. (-ken; -je) persoon die van lekker eten houdt, smuller, smulster. Syn. → gulzigaard.

Wil je toegang tot alle 11 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2025-01-18
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

lekkerbek

m. (-ken), iemand die van lekker eten houdt.