lekkerbek
...
Jan Hoogland, Roel Otten | AUP Amsterdam Univerisity Press
Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)
Het begrip lekkerbek heeft 2 verschillende betekenissen: 1) fijnproever; smulpaap. iemand die van lekker en/of veel eten houdt; iemand die culinaire hoogstandjes en specialiteiten waardeert; smulpaap; fijnproever. 2) gefrituurde witvis. wijting, schelvis of kabeljauw en soms ook andere witvis die eerst door beslag gehaald wordt en da...
Wiktionary (2019)
lekkerbek - Zelfstandignaamwoord 1. liefhebber van lekker eten ♢ - Een luieraar en een luiwammes verschillen evenveel van elkaar als een lekkerbek en een veelvraat. Keek naar het verheven genot van parende libellen. Hoorde zelfs hun vleugels, een extatisch geluid, als flapperend papier tussen de spake...
Fa. A.J. Osinga (1952)
s., lekkerbek, swietbek, -priuwer; een — zijn, ien fan ’e lekkere mûle wêze, in flewielen tonge hawwe, gjin breatosken hawwe, lekker wêze.
Jozef Verschueren (1930)
('lekkər) m. en v. (-ken; -je) persoon die van lekker eten houdt, smuller, smulster. Syn. → gulzigaard.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: