Wat is de betekenis van lek rijden?

2024-03-29
Jargon & Slang van Wielrenners

Marc De Coster (2017)

Lek rijden

Lek rijden - een lekke band krijgen.

2024-03-29
Typisch Vlaams woordenboek

Ludo Permentier en Rik Schutz (2015)

lek rijden

een lekke band krijgen Hij reed lek in het eerste deel van de cross, fietste een halve ronde op een lege tube, maar sloot toch vrij snel weer aan bij de ploegmakkers Richard Groenendaal en Sven Vanthourenhout. (dagblad) In wielerjargon duikt 'lek rijden' tegenwoordig ook in Nederland op. Belgisch-Nederlandse Standaardtaal

2024-03-29
Wielerwoordenboek

Fons Leroy en Wim van Rooy (2010)

lek rijden

lek rijden: bandbreuk lijden, platrijden.

2024-03-29
Groot wielerwoordenboek

Marc de Coster (2009)

lek rijden

Een lekke band krijgen; een afloper hebben. Toen hij in de Giro van 1949 door twee lekke banden door Coppi in de Dolomieten verslagen werd, vroeg een supporter hem de volgende dag: ‘Heeft u gisteren twee of drie keer lek gereden?’ Bartali’s antwoord was subliem: ‘Lekgereden? Wij rijden nooit lek.’ (Benjo Maso: Het zweet der goden. 2003, vierde, her...