Wat is de betekenis van leier?

2025-01-26
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

leier

(1972) (< Duits Leier, lier, zoals in 'die alte Leier: het oude liedje) (Barg.) uitvlucht; smoes; bedrieglijk verhaal. Er bestaat ook een werkwoord: leieren*. • De één had zo'n smoessie van, ik heb al me poen in de handel zitten, een ander had z'n geld thuis leggen, affijn allemaal van die rotlijers. (Haring Arie: Recht voor z...

2025-01-26
Brabants Handwoordenboek

Prof. dr. Jos Swanenberg (2015)

leier

(zn) ladder HP.

2025-01-26
Zuid-afrikaans woordenboek

H.J. Terblanche - M.A., D. Litt

leier

gids; iem. wat lei, bestuur, aanvoer; voorganger.

2025-01-26
Duits woordenboek (DU-NL)

Dr. H. W. J. Kroes (1951)

Leier

lier; es ist immer die alte Leier, het is altijd hetzelfde liedje.

2025-01-26
Zeemans woordenboek

Jacob van Lennep (1865)

Leier

z.n.m. 1. Touwwerk, dat van den masttop naar de richting der stags getrokken wordt, en waartegen men de voornaamste foks en middelzeilen ophaalt. Staande leider (zwaar touw, dat voor of tegen een schuinschen mast geplaatst wordt, om het gebruik van een vierkant zeil gemakkelijker te maken). 2. Leuning. Leider van het galjoen, leider van de verschan...