Wat is de betekenis van legem?

2024-04-25
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

legem

(19e eeuw) (Barg.) brood. • Legem: brood. (Köster Henke: De boeventaal. 1906) • En ook Frans Poort wou hij niet graag ontmoeten; want die bleef geen legem en geen krentenmik bij het stukkie immes Blauwrok achter, als hij hem zag. (Israël Querido, De Jordaan: Amsterdamsch epos. Deel 4: Mooie Karel. 1925 1924) • Legem: broo...

2024-04-25
De vreemde woorden

Fokko Bos, Dr. O. Noordenbos (1955)

Legem

o., (Barg.) brood

2024-04-25
Boevenjargon

Professor Henry Roskam (1949)

legem

brood.

2024-04-25
De vreemde woorden

Fokko Bos (1914)

legem

legem - o., (argot), brood.