leg
leg - Zelfstandignaamwoord 1. het leggen van eieren ♢ Deze kip is niet aan de leg. leg - Werkwoord 1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van leggen ♢ Ik leg 2. gebiedende wijs van leggen ♢ leg!...
Wiktionary (2019)
leg - Zelfstandignaamwoord 1. het leggen van eieren ♢ Deze kip is niet aan de leg. leg - Werkwoord 1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van leggen ♢ Ik leg 2. gebiedende wijs van leggen ♢ leg!...
Dr. F.P.H. van Wely (1951)
I. been, bout, schenkel; poot; pijp [v. broek]; schacht [v. laars]; gedeelte, etappe, ronde [v. wedstrijd]; be on one's left-offs; 1. het woord voeren; 2. op de been zijn; be on one’s last legs, op zijn laatste benen lopen; fall on one’s legs, op zijn pootjes terecht komen; get on one’s legs, opstaan, het woord nemen; give on...
Van Dale Uitgevers (1950)
I. m., het eierenleggen der vogels: kippen die nog aan de leg zijn; een kip van de eerste leg; II. v. en o. (-gen), 1. het eenmaal leggen en ophalen van een visnet; 2. plaats waar het eierleggen gebeurt; 3. plek in een sloot enz. waar veel vis zit; 4. hoeveelheid graan die een maaier telkens als los hoopje neerlegt; 5. laag schoven op de dorsv...
dr. mr. W. Schuurmans Stekhoven (1949)
been, onderbeen; baker leg, genu valgum, bakkers been, O-been; bandy leg, bow leg, genu varum, X-been; leg holder, beenhouder; (lawn-tennis) leg coup de fouet, zweepslag; milkleg, white leg, plegmasia alba dolens, kraambeen.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: