Wat is de betekenis van Leest?

2024-04-25
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

leest

leest - Werkwoord 1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van lezen ♢ Jij leest 2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van lezen ♢ Hij leest 3. verouderde gebiedende wijs meervoud van lezen leest! leest...

2024-04-25
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

leest

leest - zelfstandig naamwoord 1. smalste deel van je romp ♢ zij heeft een slanke leest 2. houten of metalen vorm waar schoenen op gemaakt worden ♢ hij zette de schoen eerst op een leest ...

2024-04-25
Dromen encyclopedie

Fink (1998)

Leest

Wie in een droom z’n schoenen op een leest plaatst, krijgt te maken met een moeilijke fase op de levensweg, omdat hij alles op dezelfde leest schoeit, dus altijd op dezelfde manier handelt. (Zie ook ‘Schoenmaker’).

2024-04-25
Art & Architecture Thesaurus

Getty Research Institute (1990)

leest

leest - Voetvormig gereedschap waarover schoenen of laarzen worden gevormd bij het maken en repareren door schoenmakers. Leesten worden in meerdere materialen gemaakt, zoals hardhout, gietijzer en harde kunststoffen.

2024-04-25
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Leest

s., least, leest.

2024-04-25
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2024-04-25
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Leest

v. (-en), 1. de meestal houten vorm waarover de schoenen of laarzen gevormd worden: schoenen oj) de leest zetten, afgewerkte schoenen iets wijder laten maken ; — (spr.) schoenmaker houd u (of blijf) bij uw leest, bemoei u met uw eigen zaken, oordeel niet over dingen, die gij niet verstaat; — (fig.) het lijf op de...

2024-04-25
De Kleine Winkler Prins

Winkler Prins (1949)

Leest

(1), houten model, waarop de schoen gemaakt wordt; (2) vorm van het bovenlichaam, taille.

Wil je toegang tot alle 20 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-25
Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

LEEST

gemeente in de Belgische prov. Antwerpen, aan de Zenne, op vlakke leem- en zandbodem (931 ha, landbouw), telt (1950) 1871 inw. Het dorp behoorde tot het Land van Mechelen onder het Ancien Régime. De kerk werd herhaaldelijk verbouwd.Lit.: J. Muyldermans, Nota’s nopens L. in de 17de en 18de eeuw (Mechelen 1932).