Wat is de betekenis van leerzaam?

bn. bw. (...zamer, -st), 1. geschiktheid bezittende om te leren: de hond is een leerzaam dier; 2. geneigd om te leren, leergierig: leerzame kinderen; 3. zodanig dat men er uit kan leren, nuttig, onderrichtend : een leerzaam boek, voorbeeld, geval.

leerzaam - Bijvoeglijk naamwoord 1. waarvan men veel kan leren ♢ Die pijnlijke gebeurtenis was een leerzame ervaring. Woordherkomst Naamwoord van handeling van leren met het achtervoegsel -zaam

leerzaam - bijvoeglijk naamwoord uitspraak: leer-zaam 1. waar je veel informatie uit kunt halen ♢ dat was een leerzame ervaring Bijvoeglijk naamwoord: leer-zaam ... is leerzamer dan ... ...

adj., learsum; (willende leren), manearsum.

bn.; leerzamer, leerzaamst (1 leergierig; 2 nuttig; onderwijzend; leerrijk): 1. een leerzaam kind; 2. een leerzaam boek; een leerzame les.

('le:rza:m) bn. en bw. (...zamer, –st) 1. geschikt om te leren, te onderrichten : een – boek. 2. aanleg bezittend om te leren : een ...zame hond. 3. geneigd, begerig om te leren : ...zame kinderen.

bn. en bw. (-zamer, -st), 1. geschiktheid bezittend om te leren: Ossip is een leerzame hond; 2. geneigd om te leren, leergierig: leerzame kinderen; 3. zodanig dat men eruit kan leren, nuttig, onderrichtend: een leerzaam boek.

LEERZAAM, bn. bw. (...zamer, -st), geschikt om te leeren, leergierig, naarstig, oplettend leerzame kinderen; de hond is een leerzaam dier; — nuttig, onderrichtend: een leerzaam hoek. LEERZAAMHEID, v.

...

...

...