Wat is de betekenis van leemachtig?

2024-04-20
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

leemachtig

leemachtig - Bijvoeglijk naamwoord 1. gelijkend op of eigenschappen hebbend van leem Het muren van het huis waren besmeerd met een leemachtige substantie. Woordherkomst afgeleid van leem met het achtervoegsel -achtig Synoniemen kleiachtig

2024-04-20
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Leemachtig

adj., liemich.

2024-04-20
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Leemachtig

bn. (-er, -st), als leem.

2024-04-20
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

leemachtig

bn. (als leem): een leemachtige bodem.

2024-04-20
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

leemachtig

bn. (-er, -st) op leem gelijkend.

2024-04-20
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

leemachtig

bn. (-er, -st), als leem; leem bevattend.

2024-04-20
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)

2024-04-20
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Leemachtig

Leemachtig bn. (-er, -st), als leem. LEEMAN, m. (-s, -nen), ledepop; pop met beweeglijke armen, ten dienste der schilders.