Wat is de betekenis van Lease?

2024-04-19
AI woordenboek

ChatGPT (2023)

Lease

Lease is een vorm van financiering waarbij een bedrijf of particulier een activa, zoals een auto, een gebouw of apparatuur, gebruikt van een leasemaatschappij in ruil voor periodieke betalingen. In plaats van dat het bedrijf of de particulier het activa koopt, betaalt het een bedrag om het te mogen gebruiken voor een bepaalde periode. Aan het einde...

2024-04-19
Op-en-top Nederlands

Frens Bakker, Els Ruijsendaal, Paul Uljé, Dick van Zijderveld (2022)

lease

(zelfstandig naamwoord) [alg.] huur, bruikhuur - Bruikhuur is goedkoper dan kopen en het onderhoud is ook gedekt.

2024-04-19
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

lease

lease - Zelfstandignaamwoord 1. (financieel) (economie) het leasen lease - Werkwoord 1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van leasen ♢ Ik lease 2. gebiedende wijs van leasen lease! 3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordi...

2024-04-19
Lenen

Leen begrippen omschreven

Lease

Leasen is een vorm van financiering waarbij een kredietverstrekker (meestal een leasemaatschappij) een object in bezit heeft en dat onder bepaalde voorwaarden beschikbaar stelt aan een kredietnemer. De kredietnemer krijgt hierdoor het recht om voor een vast bedrag per maand het object te gebruiken. Er zijn twee vormen van leasen: financial lease en...

2024-04-19
Financieel Woordenboek

Frits Conijn & R.M. van Poll (2003)

lease

lease - Een overeenkomst waarbij de eigenaar van een bepaalde zaak (meestal de leasemaatschappij) tegen betaling die zaak aan iemand anders ter beschikking stelt. Lease verschilt juridisch van huur; er bestaat financiële lease en operationele lease.

2024-04-19
NIMA marketing lexicon

NIMA (1993)

lease

Contractuele overeenkomst voor het gebruik van een specifiek object. Voorkomend als financial lease en operational lease.

2024-04-19
Woordenboek Engels (EN-NL)

Dr. F.P.H. van Wely (1951)

lease

I. huurceel, -contract; verhuring, verpachting; huurtijd; pacht, huur; long lease, erfpacht; my lease of life, mijn levensduur; he has taken a new lease of life, hij is geheel verjongd; take by (on) lease, huren, pachten; put out to lease, verhuren, verpachten; II. (ver)huren: (ver)pachten.