Wat is de betekenis van lazarusklep?

2024-04-20
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

lazarusklep

(19e eeuw) (inf.) mond. In de 19de eeuw gebruikte men de uitdrukking 'zijn mond gaat als een lazarusklep': zijn mond staat nooit stil. • De naam van dien melaatschen Lazarus leeft nog voort in de spreekwijze: zijn mond gaat als een Lazarusklep, 't ls bekend dat in de Middeleeuwen de ongelukkige Leprozen, buiten de steden gebannen, in een daart...

2024-04-20
Bijbelse eponiemen

Dr. Apeldoorn en Dr. Beijer (1997)

Lazarusklep

Een klepper waarmee voorheen de melaatsen hun komst kenbaar moesten maken. In tal van uitdrukkingen leeft de ‘klep’ nog voort: ‘zijn mond gaat als een lazarusklep’: zijn mond staat geen ogenblik stil; ‘lig niet te kleppen’: zeur niet zo. Ook het woord kliek, een groep onsympathieke lieden, komt van het Franse cla...

2024-04-20
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

lazarusklep

v. (-pen) Eert. houten klepper waarmede de melaatsen de voorbijgangers waarschuwden hen te ontwijken. → mond.

2024-04-20
Wink's vreemde woordenboek

dr. Jan Romein (1906)

Lazarusklep

ratel, waarmee vroeger melaatschen hun aanwezigheid moesten aankondigen.