Lauw loene/louloene
Bargoense uitdr. voor ‘slechte zaken; tegenspoed; geen resultaat’. Lou is terug te voeren tot Hebreeuws lo ‘niet, neen’. Niet-joden interpreteren lauw als ‘niet koud, niet heet’. Al bij Koster Henke. Een grappige variant is lauwpoepelemijne. Zie ook op loene nemen; een loentjezetten; hij komt uit/ van Loenen en lou. Wat hebben wij an de kerk? Lauw...