Wat is de betekenis van later?

2024-04-25
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

later

later - Bijvoeglijk naamwoord 1. onverbogen vorm van de vergrotende trap van laat later - Bijwoord 1. op een tijd die in de toekomst ligt ten opzichte van het besprokene Dat zul je later wel begrijpen.

2024-04-25
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

later

later - bijwoord uitspraak: la-ter 1. na enige tijd ♢ later heb ik hem nog gesproken 2. na veel tijd ♢ later ga ik trouwen en neem ik tien kinderen Bijwoord: la-ter Syn...

2024-04-25
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Later

s.; (bindstok), bynpeal, -stôk, wiisbeam, wizebeam, pontsjer(t), pûntsjer(t).

2024-04-25
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2024-04-25
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Later

bn. bw., 1. bw., na verloop van zekere tijd: ik zal er later nog op terugkomen. 2. bn., verder verstreken in de tijd, nieuwer: latere berichten. Zie ook Laat.

2024-04-25
Woordenboek Nederlands -Latijn

Dr. J.F.L. Montijn (1949)

Lătĕr

ĕris, m. tegel, tichelsteen, spreekw., laterem lavare, vergeefse moeite doen, Ter.

2024-04-25
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

later

('la:tər) bn. en bw. [komp. laat] 1. verder verstreken in de tijd : een tijdperk der geschiedenis. 2. nieuwer : -e berichten. 3. na verloop van zekere tijd : tot -; daar zullen wij nog wel eens over praten. Syn. nadien. Tgst. →: aanstonds.

2024-04-25
Het juiste woord

Dr. L. Brouwers (1928)

Later

Adjectief: later, volgend, posterieur, ultérieur. Werkwoord: volgen, achteraan komen, opvolgen, opeenvolgen, het blijkt achteraf (van achteren). Naamwoord: natijd, posterioriteit, de volgende dag. Bijwoord: waarna, daarna, hierna, daags na, dag aan dag, dan, daaraan, daarop, hierop, vervolgens, naderhand, na da...

Wil je toegang tot alle 14 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-25
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

later

bn. en bw., 1. bw., na verloop van een bepaalde tijd: ik zal er nog op terugkomen; 2. bn., verder verstreken in de tijd, nieuwer: latere berichten.