later
later - Bijvoeglijk naamwoord 1. onverbogen vorm van de vergrotende trap van laat later - Bijwoord 1. op een tijd die in de toekomst ligt ten opzichte van het besprokene ♢ Dat zul je later wel begrijpen.
Wiktionary (2019)
later - Bijvoeglijk naamwoord 1. onverbogen vorm van de vergrotende trap van laat later - Bijwoord 1. op een tijd die in de toekomst ligt ten opzichte van het besprokene ♢ Dat zul je later wel begrijpen.
Muiswerk Educatief (2017)
later - bijwoord uitspraak: la-ter 1. na enige tijd ♢ later heb ik hem nog gesproken 2. na veel tijd ♢ later ga ik trouwen en neem ik tien kinderen Bijwoord: la-ter Syn...
Van Dale Uitgevers (1950)
bn. bw., 1. bw., na verloop van zekere tijd: ik zal er later nog op terugkomen. 2. bn., verder verstreken in de tijd, nieuwer: latere berichten. Zie ook Laat.
Jozef Verschueren (1930)
('la:tər) bn. en bw. [komp. laat] 1. verder verstreken in de tijd : een tijdperk der geschiedenis. 2. nieuwer : -e berichten. 3. na verloop van zekere tijd : tot -; daar zullen wij nog wel eens over praten. Syn. nadien. Tgst. →: aanstonds.
Dr. L. Brouwers (1928)
Adjectief: later, volgend, posterieur, ultérieur. Werkwoord: volgen, achteraan komen, opvolgen, opeenvolgen, het blijkt achteraf (van achteren). Naamwoord: natijd, posterioriteit, de volgende dag. Bijwoord: waarna, daarna, hierna, daags na, dag aan dag, dan, daaraan, daarop, hierop, vervolgens, naderhand, na da...
Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)
bn. en bw., 1. bw., na verloop van een bepaalde tijd: ik zal er nog op terugkomen; 2. bn., verder verstreken in de tijd, nieuwer: latere berichten.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: