Wat is de betekenis van last?

last is een verkorting van last sale, de prijs van een cryptocurrency van de meest recent uitgevoerde transactie op een specifiek exchange.

last - Zelfstandignaamwoord 1. iets wat een mens hindert ♢ Ik heb erge last van hoofdpijn. 2. (transport) lading, vracht last - Werkwoord 1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van lassen ♢ Jij last 2. derde persoon enkelvoud tegenw...

last - zelfstandig naamwoord 1. wat je stoort of belemmert ♢ in de zomer hebben we last van vliegen 1. hij is mij niet tot last [hij stoort of belemmert mij niet] 2. een loden l...

Last - de last hebben: dronken zijn. Syn.: blauw zijn.

last - Engelse term voor laatst gedane koers ofwel de koers waarop de laatste transactie is verricht.

- last verkopen, vervelend zijn. - ten laste vallen/zijn aan/van, ten laste komen/worden van, voor rekening zijn/komen van. Voor het speeltuig-kunstwerk geldt dezelfde regeling als voor standbeelden. Eventuele beschadigingen zijn niet verzekerd en vallen ten laste van de stad. - GvA, 12-12-2001.

Symboliseert de verplichtingen die men in het dagelijkse leven heeft, de zware last die men moet dragen. Wie de last moet dragen, moet vermoedelijk in de waaktoestand een bepaalde verantwoordelijkheid op zich nemen. Wie anderen de last laat dragen, schrikt er vermoedelijk voor terug om een verantwoordelijke positie te bekleden. Wie onder een last d...

de - hebben dronken zijn. Bargoense uitdr. Al bij Koster Henke.

1. een opdracht of mandaat betreffende de wijze van belangenbehartiging, door de kiezers aan hun vertegenwoordigers verstrekt; 2. verplichting bij een schenking. Als b.v. iemand zijn huis aan de stad van zijn inwoning schenkt met de last dit als een museum te gebruiken, wordt de stad wel eigenares van het huis, maar kan het huis worden teruggevorde...