Wat is de betekenis van Larp?

2024-04-23
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Larp

v. (-en), 1. (w. g.) zweep, gesel. 2. klap, oorvijg. 3. (gew.) dikke snee brood of vlees.

2024-04-23
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Larp

Larp v. (-en), (w. g.) zweep, geesel, roede; slag, klap, oorvijg; — (gew.) dikke snee brood of vleesch.

2024-04-23
Nieuw woordenboek der Nederlandsche taal

I.M. Calisch (1864)

Larp

Larp, v. (-en), zweep, geesel, roede; slag, klap, oorvijg. *-EN, bw. gel. (ik larpte, heb gelarpt), op zekere manier dorschen.