larie
Het begrip larie heeft 2 verschillende betekenissen: 1) onzin 2) onzin
Marc De Coster (2017)
Larie - aan de larie gaan: aan de haal. Mal. lari = weglopen. Lat sabel. Ook in de Duitse soldatentaal: Latte.
Van Dale Uitgevers (1950)
v., 1. (veroud. en gew.) onbeduidend vrouwspersoon, gemeen wijf. 2. (thans) onbeduidend gepraat, gedoe zonder betekenis, zotteklap: allemaal larie, ik geloof er niets van; (spr.) het is larie met vocht, het is dronkenmansgekheid. 3. slappe koffie of thee,
M. J. Koenen's (1937)
in bet. 2 laries of lariën (1 beuzeling, zotteklap; 2 vroeger: snapster; thans ook: vrouw of meisje van verdachte zeden): 1. ‘t is maar larie, allemaal larie! spreekt. slappe koffie of thee; 2. een echte larie! wat een larie van een meisje!
Jozef Verschueren (1930)
(‘la:ri) v. (-s) [muzieknoten la re, dominante en finale van de eerste kerktoonaard] 1. Eig. onbeduidend gepraat, gedoe zonder betekenis : allemaal -; met vocht, dronkemanspraat. 2. Metn. onbeduidend vrouwspersoon.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: