lantarenpaal, lantaarnpaal
1) (1980) (scheldw.) (meestal voorafgegaan door 'aangeklede') lang, mager persoon. Onder soldaten in het voormalige Ned-Indië ook van toepassing op een grenadier (vanwege diens lengte). De boomlange voetballer John van Loen (1965) werd destijds met deze bijnaam vereerd. Vanwege zijn rode haar werd hij ook wel 'het rode gevaar' genoemd. Eind vo...