Wat is de betekenis van lantaarndrager?

2024-04-25
Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

lantaarndrager

iemand die een lantaarn draagt. iemand die een lantaarn draagt, bv. in een optocht, of voor zijn beroep. Voorbeelden: Toen het kale licht van de lantaarns ten langen leste op de gruwel van zijn kadaver viel en op de verstilling van Katriens gezicht, stond Dirk nog steeds te loeien van de lol. De kreten van afschuw, de onderdrukte vlo...

2024-04-25
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Lantaarndrager

m. (-s), 1. die een lantaarn voor iem. uitdraagt. 2. (nat. hist.) ben. voor zekere cicaden-soorten (Fulgoridae), zo genoemd omdat men meende dat hun kop lichtgevend was: de Europese lantaarndrager is groen van kleur.

2024-04-25
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

lantaarndrager

m. lantaarndragers (iem., die een lantaarn draagt; naam v. insecten).

2024-04-25
Encyclopedie voor Iedereen

John Kooy (1933)

Lantaarndrager

met → cicaden verwante insecten, met uitsteeksel a/d kop, o.a. in Chili en Suriname, waar zij 7 cm lang worden.

2024-04-25
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

lantaarndrager

m. (-s), 1. iemand die een lantaarn voor zich uit draagt; 2. (biologie) ben. voor bepaalde soorten cicaden, zo genoemd omdat men meende dat een uitsteeksel aan hun kop lichtgevend was: de Europese is groen van kleur.

2024-04-25
Encyclopaedie van Nederlandsch West-Indië

Herman Daniël Benjamins, Joh. F. Snelleman, Martinus Nijhoff, E.J. Brill (1914-1917)

Lantaarndrager

SUR. Zie RHYNCHOTA.

2024-04-25
Vivat's Geïllustreerde Encyclopedie

J. Kramer (1908)

Lantaarndrager

zie Cicaden.

2024-04-25
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)

Wil je toegang tot alle 9 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-25
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Lantaarndrager

Lantaarndrager m. (-s), die een lantaarn voor iem. uitdraagt; — (nat. hist.), zeker halfvleugelig insect in Suriname (fulgora latemaria), met eene inwendige holle opzwelling van den kop, die volgens vroegere waarnemers in ’t donker licht zou verspreiden; hij wordt 70 mM lang; de Chineesche lantaarndrager (fulgora candelaria), een dergel...